elihu uit buz
De drie vrienden zagen af van elk verder gesprek met Job.
Hij hield zichzelf toch voor onschuldig.
Maar Elihu, zoon van Barakel
van de familie Ram uit Buz
ontstak in toorn.
Toornig was hij op Job
die meende tegenover God in zijn recht te staan.
Toornig was hij op de drie vrienden
die met al hun gepraat niet in staat waren gebleken
Job van zijn schuld te overtuigen.
Gedurende heel het gesprek had Elihu geduldig gezwegen
omdat de anderen ouder waren.
Nu de drie vrienden niets meer wisten te zeggen
ontstak hij - zoals gezegd - in toorn.
En Elihu, de zoon van Barakel uit Buz
sprak als volgt:
"Welnu, in mijn bijzijn hebt u gezegd
- ik hoor het u nog zeggen:
'Rein ben ik en zonder schuld, zuiver en zonder zonde
maar God zoekt schijnargumenten om mij als zijn tegenstander te kunnen behandelen.
Hij doopt mijn voeten in de kalk, bewaakt mijn gaan en staan.'
Mijn antwoord is: U hebt het mis
God is immers veel groter dan de mens.
En dan: uw verwijt als zou God niet ingaan op tegenargumenten!
Mijn antwoord is: God spreekt herhaaldelijk, heus
maar niemand die erop let.
In dromen, nachtelijke visioenen
als de mens in diepe slaap valt
of sluimerend neerligt op bed
dan wil Hij gehoord worden
schrikt op door Zijn Waarschuwing.
Om de mens zijn hoogmoed af te leren
en hem daarvan te genezen.
Daarmee behoedt Hij hem voor de afgrond
en hoeft de mens niet het moeras in.
Ook ziekte en bedlegerigheid manen hem
en diep ingevreten koorts in zijn gebeente.
Hij kan geen eten meer zien
zelfs zijn lievelingskost staat hem tegen
zijn lijf teert zienderogen weg
kon je vroeger zijn ribben niet zien
nu kun je ze tellen.
Dan komt de afgrond dichtbij
en staat hij vlak voor het moeras van de dood.
Maar als dan een engel hem bijstaat
een van de ontelbaren voor hem opkomt
en hem de rechte weg wijst
dan is God hem genadig en zegt:
'Laat af, hij hoeft de afgrond niet in, ik vind het zo genoeg.'
Dan wordt zijn lichaam weer jong en fris
dan begint hij zijn tweede jeugd.
Hij mag weer bidden, want God heeft hem lief
Hij schenkt hem Zijn Gunst, Zijn Vreugde
en nieuwe gerechtigheid.
Hij mag weer zingen onder de mensen:
'Ik zondigde, ging verkeerde wegen
maar werd minder bestraft dan ik had verdiend.
God heeft mij van de afgrond gered
en ik geniet weer van het licht.'
Já, zulke dingen doet God voor de mens.
Tot twee-, tot driemaal toe.
Hij weerhoudt hem van de afgrond
en schenkt telkens opnieuw geluk en leven.
Let nu op, Job, en luister naar mij.
Nee, zwijgen, ík heb het woord!
Ach, natuurlijk, als u een weerwoord hebt
spreek gerust, u krijgt een open kans.
Zo niet, luister en zwijg!
Ik geef les in wijsheid."
[33:8-33]
Reacties
Een reactie posten