Posts

Posts uit februari, 2024 tonen

wat misdaan?

Afbeelding
Maar Job gaf ten antwoord: Werd mijn lijden maar eens gewogen mijn leed op de weegschaal gelegd zwaarder zou het blijken dan al het zand aan het strand van de zee daarom vloeit mijn mond er van over. De Almachtige schiet zijn pijlen op mij af ik word doordrenkt van hun gif Gods verschrikkingen staan in slagorde voor mij. Balkt de ezel in een malse wei? Loeit de os boven een gevulde trog? Zoutloze spijs is niet te eten, ze smaakt net zo min als het sap van de malve. Zulk eten raak ik niet aan, ik walg er zelfs van. O, mocht toch gebeuren wat ik wens, God mij geven wat ik verhoop. Wilde Hij me maar verbrijzelen, laten vallen, lossnijden. Dat zou tenminste een troost zijn. Jubelen zou ik, ondanks dit wrede leed.  Want de Heilige ben ik niet ontrouw geweest. Waar vind ik kracht om staande te blijven? Uitzicht om dit alles te verduren? Ik ben niet van steen. Van vlees ben ik, niet van ijzer. Volkomen hulpeloos ben ik, ik zie geen uitkomst meer. Wie ontrouw is aan zijn vriend, is ontrouw...

elifaz' repliek 3

Afbeelding
-Elifaz, Bildad en Zofar troosten Job (Giulia Lama)- Blijf maar roepen! Niemand geeft antwoord. Is er een uit de hemel je toevlucht? Geloof me, alleen de dwaas sterft aan ergernis, alleen de domoor gaat eraan dood. Mijn ervaring is: de dwaas schiet wel wortel, maar onverhoeds is hij niet meer. Zijn kinderen zijn verre van gelukkig, in de poort blijven zij rechteloos, zonder bijstand. De hongerige eet hun oogst op en sleept die weg voor zijn gezin, de dorstige aast op hun rijkdom. Komt kwaad soms voort uit het stof? Ongeluk uit de aarde? Nee, van de mens komt alle ongeluk. Als vonken uit een vlam. Ik voor mij zou zeggen: zoek het bij God! Leg Hém je zaak voor. Hij doet grote en ondoorgrondelijke dingen. Ontelbare wonderen. Hij stort regen uit over de aarde. Water over het veld. Onaanzienlijken brengt Hij tot aanzien. Ongelukkigen voert Hij naar geluk. Hij verijdelt de opzet van de gewiekste. Zodat die geen succes heeft. Hij vangt de sluwen in hun eigen sluwheid. Hun toeleg wordt in de ...

elifaz' repliek 2

Afbeelding
-Elifaz' Droomgezicht (William Blake)- Heimelijk sprak iemand tot mij, fluisterde mij iets in het oor, op het onrustig uur van  droomgezichten, als diepe slaap de mensen overmant. Schrik en angst grepen mij aan, een siddering voer door mijn gebeente. Een windvlaag trok langs mijn gezicht, storm deed mijn lijf huiveren. Daar stond het.  Een gestalte - ik weet niet wat. Hij stond vlak voor mijn ogen. Het was stil - ik hoorde een stem. 'Kan een sterveling rechtvaardig zijn voor God, een mens onbesmet voor zijn Maker?' Zelfs in Zijn dienaars stelt Hij geen vertrouwen. Zelfs in Zijn engelen bespeurt Hij nog smetten. Hoeveel teméér bij hen wier woning uit leem is opgetrokken en stof tot grondslag heeft. Als motten worden ze geplet. Van vandaag op morgen vermorzeld. Ze gaan naamloos te gronde, voorgoed. Het touw van hun tent wordt losgerukt. Dood zijn ze eer ze het weten. [ 4:12-21 ]

elifaz' repliek 1

Afbeelding
-Job & Zijn Vrienden (Verkondigingskathedraal Moskou)- Hierop nam Elifaz uit Teman het woord: 'Wat ik ga zeggen kun je misschien niet verdragen, maar zwijgen kan ik niet. Luister! Velen heb jij de rechte weg gewezen, zwakke handen gestaald. Jouw woorden hebben struikelaars overeind gehouden, bevende knieën gestrekt. Maar nauwelijks zelf getroffen, verlies je de moed, aangeslagen raak je in paniek. Was vroomheid niet jouw kracht? Een onbesproken leven niet jouw hoop? Vertel mij: is ooit een schuldeloze verloren gegaan? Waar zijn ooit rechtvaardigen omgekomen? Mijn ervaring is: onheil ploegen en zaaien doet onheil maaien. God blaast en de onrechtváardigen komen om. Eén ademtocht van Zijn Toorn en zíj liggen geveld. Al brullen, al grommen zij als leeuwen... Hun tanden worden verbrijzeld! Ze komen om, bij gebrek aan prooi. Hun welpen worden verstrooid.' [ 4:1-11 ]

wanhoop

Afbeelding
-Job's Wanhoop (William Blake)- Hierna opende Job zijn mond en vervloekte zijn bestaan. Zo begon hij: Weg met de dag waarop ik werd geboren! Weg met de nacht die mijn ontvangenis zag! Die dag - duisternis had hij moeten blijven! God in den hoge mag hem vergeten. Laat er geen licht over stralen. Stikkedonker mag hem hebben, wolken mogen hem omhullen, zonsverduistering hem slaan. Die nacht - duisternis had hem vast moeten houden! Uitgesloten van de dagen van het jaar, niet toegelaten tot de kring der maanden. Was die nacht maar onvruchtbaar gebleven, geen kreet van vreugde had toen mogen klinken. Vervloek hem, bezweerders van de zee, die zelfs bij machte zijt de Leviatan te ringeloren! Dek de morgensterren af zodat die nacht vergeefs wacht op licht en het niet ziet dagen! Hij hield immers de poort van de moederschoot niet gegrendeld. En mijn ogen bleef geen leed bespaard. Waarom in de schoot niet gestorven? Niet gestikt bij mijn geboorte? Waarom hebben knieën mij ontvangen? Waarom b...

zijn vrienden

Afbeelding
-Job en zijn vrienden (Ilya Repin)- Elifaz ('mijn God is goud') uit Teman Bildad ('in de war brengende liefde') uit Suach en Sofar ('mus/die tsjilpt') uit Naama drie vrienden van Job... hoorden van al de rampen die hem getroffen hadden. Zij gingen van huis en begaven zich samen naar Job om hun medeleven te tonen en hem te troosten. Al van verre zagen ze hem, maar aanvankelijk herkenden ze hem niet. Luid begonnen ze te klagen, scheurden hun kleren, en wierpen stof boven hun hoofden omhoog. Zeven dagen en zeven nachten zaten ze bij hem op de grond zonder een woord te zeggen. Want ze zagen hoe groot zijn lijden was. [ 2:11-13 ]

zijn vrouw

Afbeelding
-Bespot door zijn vrouw (Georges de La Tour)- Toen zei zijn vrouw tegen hem: 'Blijf jij nu nóg de brave uithangen? Dan God maar prijzen tot je er aan dood gaat!' Maar hij antwoordde: 'Dat is onwijze vrouwenpraat. Het goede nemen we wél aan van God... waarom dan het kwade niet?' Ook nu kwam er geen onvertogen woord over zijn lippen. [ 2:9-10 ]

vol zweren

Afbeelding
-muurschildering Andreaslerk Hattem- Op de dag dat de hemelingen gewoonlijk bij Jahwe hun opwachting maken, kwam Satan weer met hen mee om ook zijn opwachting te maken. En Jahwe zei tot Satan: 'Waar ben je allemaal geweest?' 'Ik heb rondgezworven over de aarde,' antwoordde Satan. 'Wel,' vroeg Jahwe,' heb je ook gelet op Job, mijn dienaar? Op aarde is er geen tweede zoals hij, onberispelijk, rechtschapen, hij vreest God en houdt zich ver van het kwaad. Zijn leven is nog altijd even onberispelijk, zelfs nadat je Mij hebt overgehaald hem, zonder enige aanleiding, te ruineren.' Satan gaf ten antwoord: 'Dat is hem zijn huid wel waard! Want alles wat een mens bezit, geeft hij graag in ruil voor zijn leven. Maar pak hem eens aan, tref hem in zijn gezondheid: wedden dat hij U vloekt in Uw Gezicht.' Toen zei Jahwe tegen Satan: 'Goed, hij is in jouw hand. Maar je moet hem in leven laten.' En Satan verliet de vergadering. Hij sloeg Job met kwaadaard...

geen klacht

Afbeelding
-Job (Léon Bonnat)- Toen scheurde Job zijn kleed schoor zijn hoofd kaal, wierp zich plat op de grond en zei: 'Naakt kom ik uit de schoot van moeder aarde, naakt keer ik daar terug. Jahwe geeft, Jahwe neemt, gezegend de Naam van Jahwe.' Ondanks deze gebeurtenissen zondigde Job niet. Hij maakte God geen enkel verwijt. [ 1:20-22 ]

misfortuin

Afbeelding
-De boodschappers vertellen Job over zijn tegenslagen (W. Blake)- Welnu, op de dag dat de zonen en dochters van Job weer hun feestmaal hadden in het huis van hun oudste broer... komt daar een bode bij Job met de tijding: 'De runderen waren aan het ploegen, vlakbij graasden de ezelinnen, en daar komen de Sabeeën ons overvallen: ze roven het vee en slaan de knechten neer met het zwaard. Ik kom het u vertellen, ik ben de enige die over is.' Hij was nog niet uitgesproken of een volgende kwam met de tijding: 'Een geweldig vuur is uit de hemel neergeregend, heeft vreselijk huisgehouden onder schapen, geiten, herders en ze vernietigd. Ik kom het u vertellen, ik ben de enige die over is.' Hij was nog niet uitgesproken of weer kwam iemand met de tijding: 'De Chaldeeën hebben in drie groepen onze kamelen overvallen: ze hebben de dieren geroofd en de knechten neergeslagen met het zwaard. Ik kom het u vertellen, ik ben de enige die over is.' Hij was nog niet uitgespro...

weddenschap

Afbeelding
-Job en zijn familie (William Blake)- Op de dag dat de hemelingen gewoonlijk bij Jahwe hun opwachting maken kwam ook Satan met hen mee. En Jahwe zei tot Satan: 'Waar ben je allemaal geweest?' 'Ik heb rondgezworven over de aarde', antwoordde Satan. 'Wel,' vroeg Jahwe,' heb je ook gelet op Job, mijn dienaar? Op aarde is er geen tweede zoals hij, onberispelijk, rechtschapen, hij vreest God en houdt zich ver van het kwaad.' -Satan voor Gods Troon (W. Blake)- Satan gaf ten antwoord: 'Hij vreest God niet voor niets! Gij hebt hemzelf, zijn familie en heel zijn bezit aan alle kanten omgeven en beschermd, Gij zegent al wat hij onderneemt, en zijn bezit grijpt steeds verder om zich heen in het land. Maar pak hem eens aan, tref hem in al wat hij heeft: wedden dat hij U vloekt in Uw Gezicht?' Toen zei Jahwe tegen Satan: 'Goed, al wat hij heeft is in jouw hand! Alleen van hémzelf moet je afblijven.' En Satan verliet de vergadering. [ 1:6-12 ]

rijkste man van Uz

Afbeelding
Eens leefde er in Uz een onberispelijk en rechtschapen man die Job heette. Hij vreesde God en hield zich ver van het kwaad. Zeven zonen had hij en drie dochters. Hij bezat zevenduizend stuks kleinvee [schapen] drieduizend kamelen, vijfhonderd span runderen, vijfhonderd ezelinnen en zeer veel slaven en slavinnen: hij was de rijkste man van heel het Oosten. Zijn zeven zonen waren gewoon om de beurt een dag feest te geven. Ieder in zijn eigen huis. Ook hun drie zusters nodigden zij op die maaltijden. Als ieder aan de beurt was geweest riep Job hen bij zich voor een reinigingsceremonie.   Vroeg in de morgen bracht hij dan een brandoffer voor ieder van hen.  'Want,' zei hij, 'misschien hebben mijn zonen gezondigd en God in hun hart vervloekt.'  Dit was zijn vaste gewoonte. [ 1:1-5 ]